Z O O G D I E R E N
Curaçao is een eiland, een eiland wat nooit in verbinding heeft gestaan met het vaste land van Zuid-Amerika. Dat betekent, dat alle dieren en planten op Curaçao op de één of andere manier over zee naar het eiland toe hebben moeten komen. Planten hebben dat gedaan via hun zaden. Drijvende zaden hebben het eiland in een ver verleden bereikt en voor nieuwe plantenimmigranten gezorgd. Sporen van schimmels kwamen met de wind mee. Vogels kunnen vliegen en hebben het eiland dus door de lucht bereikt. Vaak vervoerden gevederde vruchteneters in hun binnenste zaden van vruchten van hun laatste maaltijd op het vaste land. Ook die zaden leverden na uitpoepen nieuwe plantaardige immigranten op.
Zoogdieren hebben het echter een stuk moeilijker om verre eilanden te bereiken. Meestal kunnen ze niet zo goed zwemmen, en zeker geen grote afstanden afleggen over zee omdat ze regelmatig moeten drinken. Zoogdieren zijn dan ook schaars op eilanden zoals Curaçao. Bonaire en Aruba.
Twee bekende zoogdieren, het hert en het konijn, zijn hier waarschijnlijk terechtgekomen door toedoen van de indianen, de eerste menselijke bewoners van Curaçao. Eén groep zoogdieren is hier echter op eigen kracht gekomen. De enige zoogdieren die kunnen vliegen. We hebben het natuurlijk over de vleermuizen
Foto: Hedy Klok
Curaçaose witstaarthert / White-tailed deer / Bina
Odocoileus virginianus curassavicus
50 centimeter schofthoogte
Het Curaçaos Witstaarthert is een bijzondere diersoort, dat waarschijnlijk 4000 jaar geleden naar Curaçao is meegenomen door de eerste bewoners, de indianen. Hij komt dan ook alleen op Curaçao voor en niet op Aruba of Bonaire.
Het dier kwam van het tropische klimaat in zuid Amerika terecht in het droge klimaat van Curaçao waar voedsel schaars is.
Toch heeft hij zich goed aan weten te passen en is in de afgelopen duizenden jaren zo veranderd in uiterlijk en gedrag dat er wordt gesproken van een ondersoort. In het Latijns de Odocoileus virginianus curassavicus genaamd (let op de naam van Curaçao in het laatste woord).
De dieren zijn hier niet alleen kleiner van stuk dan op het vasteland, de kleur van hun vacht is lichter en het gewei van de mannetjes veel kleiner. Daar komt ook bij dat ze op Curaçao solitair leven. Op het vasteland leven ze in grote groepen.
In het verleden kwamen ze op het hele eiland voor, maar op het moment worden ze alleen nog gezien in Het Christoffel park.
Curaçaos konijn / Curaçao Hare / Konenchi
Sylvilagus
35 cm
Het Curaçaos konijn is klein en slank diertje en is niet echt een konijn, maar het meest verwant aan de "Cottontail." Een klein soort haas die veel voorkomt in heel Amerika.
Toen de Spanjaarden op Curacao aankwamen wipte ze al rond, dus waarschijnlijk zijn ze met de eerste bewoners, de indianen, meegekomen.
Ze eten vooral jonge blaadjes van struiken en grassen. Maar ze houden ook wel van een stukje cactus, dat vol zit met water.
Toen de Spanjaarden op Curacao aankwamen wipte ze al rond, dus waarschijnlijk zijn ze met de eerste bewoners, de indianen, meegekomen.
Als het vrouwtje jongen moet krijgen graaft zij een klein kuiltje in de grond dat zij bekleedt met een tapijt van droge bladeren en haren die ze uit haar nek trekt. Als de jongen zijn geboren verlaat de moeder vaak het nest om voedsel te zoeken. Als ze weg gaat bedekt ze het nest met een aantal grote bladeren. Waardoor de jongen niet meer te zien zijn voor roofdieren (en mensen)
Vleermuizen / Bats
Op de ABC eilanden komen maar liefst 8 soorten vleermuizen voor. Ze zijn van groot ecologisch belang, voornamelijk bij bestuiven van bloemen en het verspreiden van zaden; veel tropische planten zijn voor hun voortplanting volledig afhankelijk van vleermuizen. Voedsel: Er zijn: insecteneters, nectarzuigers, vruchteneters en viseters. Slapen doen ze overdag meestal in grotten of oude huizen en schuren en tegen de schemering gaan ze op jacht.
Ze blijven achter onder begeleiding van een paar volwassen dieren. Als de moeder terugkomt van het voedsel zoeken, kan ze haar jong feilloos terugvinden. Ze maakt piepgeluiden waar alleen haar jong op reageert. Het jong piept dan terug. Ze praten als het ware met elkaar. Na even snuffelen weten beiden zeker dat het goed zit, en het jong kruipt dicht tegen zijn moeder aan.
Vleermuizen planten zich traag voort. Sommige soorten zijn pas na enige jaren geslachtsrijp en krijgen vaak alleen één jong tegelijk. Dat kan ook bijna niet anders want de jongen klampen zich de eerste dagen nog aan hun moeder vast tijdens het vliegen en het slapen.Na twee weken wordt de lading te zwaar voor mams, en de jongen, die dan net met vliegles zijn begonnen, worden in de crèche gestopt gedurende de nacht.
Nectar etende Vleermuizen
langsnuitvleermuis/Long-nosed Bat
Leptonycteris curasoae
0,75 tot 1 cm
ze zijn endemisch voor de Benedenwindse eilanden, wat betekent dat ze nergens anders op de wereld voorkomen dan op Curaçao, Bonaire en wellicht ook Aruba (daar zijn ze in het verleden aangetroffen, maar of ze er nog zijn is niet duidelijk). Ze houden alleen van donkere,
vochtige plekjes binnen die grotten. Ze zijn vanaf flinke afstand binnen die grotten te herkennen aan een hele sterke geur van de uitwerpselen. Als je ze stoort, dan begint de hele bende als een gek te plassen. Ze leven van nectar en zijn dus heel belangrijk voor het bestuiven en verspreiden van de cactussen. Een bezoek aan een volgende bloem van, bij voorkeur, een verder gelegen cactus zorgt voor bestuiving en dus nieuwe vruchtvorming.
De bloemen van de cactussen bloeien `s nachts dus ook deze vleermuizen zijn nachtdieren.
Langtongvleermuis / Miller's Long-tongued Bat
Glossophaga longirostris
0,52 tot 0, 75 cm
Deze soort is vrij algemeen, en komt ook op andere eilanden in het Caraïbisch gebied en in Zuid- en Midden-Amerika voor. De diertjes zijn donkerbruin van kleur en hebben een lange spitse snuit met daarop een hartvormig neusblad. Waarschijnlijk helpt dit neusblad met het richten van de echolocatie geluiden. Ze kunnen namelijk heel goed zien en zoeken hun weg naar sappige bloemen en vruchten op het zicht. Als ze bij een nectar bevattende cactusbloem aankomen, dan blijkt dat vleermuis en bloem perfect op elkaar zijn afgestemd. De kop past precies in de bloem! Daarnaast heeft hij, zoals de naam al zegt, een gigantisch lange behaarde tong om de nectar mee op te lepelen. Na een smakelijke lik-actie blijft er stuifmeel achter op de kop en dat is precies wat de cactus wil. Een bezoek aan een volgende bloem zorgt dan voor de bestuiving.
Vis etende vleermuis
Hazenlipvleermuis / Bulldog Bat
Noctilio leporinus
13 cm
Dit is de gigant onder de lokale vleermuizen. De vleugelspanwijdte kan wel zo’n 40 cm worden. Hun kop lijkt wel wat op een hondenkop, vandaar ook de naam. Wat deze soort bijzonder maakt is het type voedsel waar ze op leven: vis!
Deze viseters zijn perfect uitgerust voor
nachtelijke visvangst acties. Veel vissoorten brengen de nacht slapend door vlak onder het wateroppervlak van de zee. De Noctilio’s kunnen
met hun gevoelige echolocatiesysteem de trillingen die dit soort vissen teweegbrengen opvangen. Met hun krachtige achterpoten, die voorzien zijn van lange vangklauwen, worden de nietsvermoedende vissen zo uit het water gegraaid. Als hij een kleiner visje in de gaten krijgt gebruikt hij niet z’n klauwen, maar maakt een vangnet van het tussen zijn achterpoten vastzittende staartvlies. Met dit net wordt het kleine visje uit het water geschept.
Deze vleermuizen zijn niet zeldzaam in het Caraïbisch gebied, ze komen op verschillende eilanden voor. Waarschijnlijk hebben ze met die grote vleugels weinig moeite met het afleggen van grote afstanden over zee.
Met hun majestueuze vlucht vormen ze een onvergetelijke aanblik.
Dus als je ’s avonds een vliegend dier boven zee kapriolen ziet uithalen dan is dat waarschijnlijk geen vogel maar de Hazenlipvleermuis.
Insecten etende vleermuizen
Spookgezichtvleermuis / Ghost-faced Bat
Mormoops megalophylla
6 cm
Deze schattige roodbruine diertjes hebben wel heel bijzondere snuiten. Eigenlijk bestaat hun kop uit twee enorme oren, en vanuit hun neusjes lopen allerlei huidplooien langs die oren. Naar hun ogen moet je goed zoeken.
Ze hebben ze wel, maar ze zijn heel klein en worden nauwelijks nog gebruikt. Hun hele kop is perfect ontworpen als een super-radarapparaat! Deze diertjes kunnen dan ook in het aardedonker prima hun weg vinden. Ze zullen nooit tegen je aan vliegen.
Trechteroorvleermuis /Trinidadian Funnel-eared Bat
Natalus tumidirostris
31,0 tot 41,5 mm
Het schattige trechter oor vleermuisje is waarschijnlijk de kleinste soort op de eilanden.
Ze hebben trechtervormige oortjes en een lang muizensnuitje met hele scherpe tandjes erin. Deze soort is waarschijnlijk ook endemisch.
Trinidad hondvleermuis /Trinidad Dog-like Bat
Peropteryx trinitatis
4 cm
Kleine kaalrugvleermuis Davy's Naked-backed Bat
Pteronotus davyi
4,5 cm
De soort vormt enorme kolonies in warme, vochtige grotten.
Varkenssnuitvleermuis /Velvety Free-tailed Bat
Molossus molossus
1 cm (4 inches)
Uitgebreidere informatie over vleermuizen vind je via onderstaande link.
Wild varken / Feral Pig / Porko
De Verwilderde varkens kom je regelmatig tegen. Ze zijn niet erg schuw en soms kom liggen ze zelfs op het strand, want ze houden van zwemmen.
Enkele eeuwen geleden zijn ze door de Spanjaarden geïntroduceerd en ze hebben het nog steeds naar hun zin op de eilanden.
Ezel / Donkey / Buriki
Vooral op Bonaire (maar soms ook op de andere eilanden) kun je verwilderde ezels tegenkomen. Deze dieren zijn ooit door de Spanjaarden en Hollanders op Bonaire geïntroduceerd en zijn nu verwilderd. Hoewel het vaak wel erg leuk is om de dieren in het wild tegen te komen, geven ze veel overlast.
Ondanks het feit dat er op veel plaatsen langs de weg waarschuwingsborden staan voor overstekende ezels, vinden er jaarlijks aanrijdingen plaats tussen auto’s en deze eigenzinnige hoefdieren. Donkey sanctury op Bonaire ontfermt zich over de ezels.