Z E E V O G E L S
S E A B I R D S
Bruine pelikaan
Brown pelican
Pelecanus occidentalis
125 cm (49 in)
Zoals je aan zijn uiterlijk eigenlijk al wel kan zien is de pelikaan een prehistorische vogel. De oudste fossielen die zijn gevonden zijn 30 miljoen jaar oud!
Nadat pelikanen in de jaren `60 ernstig bedreigd zijn geweest door het gebruik van DDT, zijn ze dit ook weer te boven gekomen en vliegen er gelukkig weer grote aantallen rond.
Deze succesvolle roofvogel kan van zelfs 18 meter hoogte een vis zien zwemmen onder het oppervlak van de oceaan.
Zodra hun doelwit van bovenaf is gesignaleerd, veranderen ze in een schietende pijl, hun scherpe snavel recht op het water gericht.
Met hoge snelheid slaan ze het zeeoppervlak in en scheppen hun prooi op.
Het is een gevaarlijke stunt, maar pelikanen hebben talloze aanpassingen die voorkomen dat ze zichzelf verwonden als ze in het water slaan.
Hoewel pelikanen gespecialiseerd zijn in het eten van vis, jagen ze ook op schaaldieren, amfibieën, schildpadden en andere vogels.
In onderstaand filmpje kun je goed zien hoe de bruine pelikaan precies te werk gaat.
As you can see from its appearance, the pelican is a prehistoric bird. The oldest fossils found are 30 million years old!
After being seriously threatened by the use of DDT in the 1960s, pelicans have recovered and fortunately large numbers are flying around again.
This successful bird of prey can see a fish swimming below the surface of the ocean from as much as 18 meters high.
Once their target is spotted from above, they turn into a shooting arrow, their sharp bills pointed straight at the water.
They smash into the sea surface at high speed and scoop up their prey.
It's a dangerous stunt, but pelicans have numerous adaptations that prevent them from injuring themselves if they hit the water.
Although pelicans specialize in eating fish, they also prey on crustaceans, amphibians, turtles and other birds.
In the video below you can see exactly how the brown pelican works.
Fregatvogel
Fregatbird
Fregatidae
100 cm (39 in)
De fregatvogel is een opvallend silhouet, dat heel herkenbaar is al vliegt hij hoog in de lucht. Ondanks zijn grootte is de fregatvogel vrij licht en daardoor goed in staat tot zweven en vliegen. De mannetjes hebben in de paartijd een roodgekleurde keelzak die ze kunnen opblazen. De vrouwtjes hebben een witte vlek op de borst. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben twee lange staartveren, die ze als een schaar kunnen sluiten of openen, mogelijk om ermee te sturen.
Uren achtereen kan hij boven de golven zweven, speurend naar prooi. Aan het wateroppervlak vangt de fregatvogel vooral (vliegende) vissen en weekdieren. Als hij een prooi ontdekt heeft, worden de vleugels opgevouwen en schiet de vogel in een snelle duikvlucht naar beneden. Als ze het wateroppervlak tot op enkele centimeters zijn genaderd, worden de vleugels weer ontvouwen en zweven ze weer omhoog, met uiteraard een prooi in de snavel. Ze zullen nooit op het water landen, omdat ze niet in staat zijn om dan weer op te stijgen. Het verenkleed van deze vogel is namelijk niet waterafstotend, de fregatvogel kan daardoor niet zwemmen en duiken.
The frigatebird has a striking silhouette, which is very recognizable even though it flies high in the sky. Despite its size, the frigatebird is quite light and therefore capable of hovering and flying. During the mating season, the males have a red-coloured throat pouch that they can inflate. The females have a white patch on the breast. Both males and females have two long tail feathers, which they can close or open like scissors, possibly for steering.
It can float above the waves for hours on end, searching for prey. At the water surface, the frigate bird mainly catches (flying) fish and molluscs. When it detects prey, the wings fold and the bird shoots down in a fast dive. When they have approached the surface of the water to within a few centimeters, the wings unfold again and they soar again, with prey in the beak, of course. They will never land on the water, because they will not be able to take off again. The plumage of this bird is not water-repellent, so the frigate bird cannot swim and dive.
Bruine Booby
Brown Booby
Sula leucogaster
80 cm (31 in)
Dit is een grote zeevogel van de boobyfamilie waarvan het misschien wel de meest voorkomende en wijdverbreide soort is.
Het zijn spectaculaire duikers, die zich met hoge snelheid in de oceaan storten. Ze eten voornamelijk kleine vissen of inktvissen die zich in groepen aan de oppervlakte verzamelen of vissen die door roofvissen naar de oppervlakte worden gedreven.
Het hoofd en het bovenlichaam van de booby is bedekt met een donkerbruin tot zwart verenkleed, terwijl de buik en de onderkant van de vleugels contrasterend wit is.
Hun snavels zijn vrij scherp en bevatten veel gekartelde randen. Ze hebben vrij korte vleugels, waardoor ze vaak met hun vleugels moeten slaan, maar lange, taps toelopende staarten.
Deze vogel nestelt in grote kolonies en legt twee krijtblauwe eieren op de grond in een berg van gebroken schelpen en vegetatie, maar brengt meestal slechts één kuiken groot.
Bruine boobyparen kunnen meerdere seizoenen bij elkaar blijven. Ze voeren uitgebreide begroetingsrituelen uit.
Hoewel het krachtige en behendige vliegers zijn, zijn ze bijzonder onhandig bij het opstijgen en landen; ze gebruiken harde wind en hoge locaties om op te kunnen starten.
This is a large seabird of the booby familyof which it is perhaps the most common and widespread species. The gregarious brown booby commutes and forages at low height over inshore waters. Flocks plunge-dive to take small fish, especially when these are driven near the surface by their predators. They only nest on the ground, and roost on solid objects rather than the water surface.
The booby's head and upper body (back) is covered in dark brown to black plumage, with the remainder (belly) being a contrasting white.
Unlike other species of sulid the juvenile plumage already resembles that of the adult. They are gray-brown with darkening on the head, upper surfaces of the wings and tail, while the lower breast and underpart plumages are heavily flecked brown on white.
Their beaks are quite sharp and contain many jagged edges. They have fairly short wings resulting in a fast flap rate, but long, tapered tails. While these birds are typically silent, bird watchers have reported occasional sounds similar to grunting or quacking.
This bird nests in large colonies, laying two chalky blue eggs on the ground in a mound of broken shells and vegetation, but usually raises just one chick.
Brown booby pairs may remain together over several seasons. They perform elaborate greeting rituals, and are also spectacular divers, plunging into the ocean at high speed. They mainly eat small fish or squid which gather in groups near the surface and may catch leaping fish while skimming the surface. Although they are powerful and agile fliers, they are particularly clumsy in takeoffs and landings; they use strong winds and high perches to assist their takeoffs.
Koningsstern
Royal Tern
Sterna maxima
45-50 cm (18-20 inch)
Een volwassen koningsstern heeft een gemiddelde spanwijdte van 130 cm (51 inch), voor beide geslachten, maar hun spanwijdte kan variëren van 125-135 cm (49-53 inch). De lengte van de koningsstern varieert van 45-50 cm (18-20 inch) en hun gewicht is overal 350-450 g (12-16 oz).
De Koningsstern is een grote stern, hij heeft een oranjerode snavel, lichtgrijze bovendelen en witte onderdelen. Zijn poten zijn zwart.
De roep van de koningsstern is meestal een korte, duidelijke schrille kreet. Maar hij heeft ook een meer plevierachtige fluit die langer, rollend en melodieuzer is
Hij jaagt het liefst in kleine afgelegen wateren zoals mangroven en lagunes maar ook op open zee meestal binnen ongeveer 100 meter van de kust. De koningsstern jaagt door in het water te duiken vanaf een hoogte van ongeveer 9 meter.
De koningsstern eet meestal kleine visjes. Vissen zijn hun belangrijkste voedselbron, maar ze eten ook insecten, garnalen en krabben. Bij het eten van kleine krabben gebruikt de koningsstern niet zijn normale duiktechniek, maar maakt hij gebruik van korte ondiepe duiken zodat ze voor hun prooi verborgen blijven. De koningsstern gebruikt deze techniek ook bij het jagen op vliegende vissen.
De koningsstern nestelt op afgelegen stranden. Hij legt een of twee eieren, meestal in een schram, een gebied op de grond waar een stern een klein gaatje heeft gemaakt om zijn eieren te leggen. In sommige gevallen worden sterneneieren direct op de grond gelegd, niet in een schrammetje. Nadat de eieren uitkomen, blijven de kuikens ongeveer een week in het nest. Ongeveer twee weken na het uitkomen verzamelen de kuikens zich in groepen die een crèche worden genoemd. Als de kuikens in de crèche zijn, worden ze voornamelijk gevoed door hun ouders die hun kroost herkennen aan hun stem en uiterlijk. Terwijl de kuikens in de crèche zijn, lopen ze meestal vrij rond in de kolonie. In een grote kolonie kunnen er duizenden kuikens in de crèche zijn. Als de kuikens een maand oud zijn vliegen ze uit of beginnen te vliegen. Koningssterns worden volwassen rond de leeftijd van 4 jaar, waarna ze hun eigen nest bouwen en zich voortplanten.
This is a large tern, The royal tern has an orange-red bill, pale grey upper parts and white under parts. Its legs are black. Juvenile royal terns are similar to non-breeding adults. Differences include juveniles having black splotched wings and a yellower bill.
The calls of the royal tern are usually short, clear shrills. Some of the shrills sound like kree or tsirr; the royal tern also has a more plover like whistle that is longer, rolling and is more melodious
The royal tern typically feeds in small secluded bodies of water such as estuaries, mangroves, and lagoons. Also, but less frequently, the royal tern will hunt for fish in open water, typically within about 100 metres (110 yards) of the shore. The royal tern feeds in salt water and on very rare occasions in fresh water. When feeding they fly long distances from the colony to forage. The royal tern feeds by diving into the water from heights near 30 feet (9.1 metres).[14] They usually feed alone or in groups of two or three, but on occasion they feed in large groups when hunting large schools of fish.
The royal tern usually feeds on small fish such as anchovies, weakfish, and croakers. Fish are their main source of food but they also eat insects, shrimp, and crabs. When feeding on small crabs the royal tern does not use its normal plunge-dive technique, but instead uses short shallow dives so that they are concealed from their prey. The royal tern also uses this technique when hunting flying fish.
The royal tern nests on island beaches or isolated beaches with limited predators. It lays one or two eggs, usually in a scrape, an area on the ground where a tern has made a small hole to lay its eggs. In some cases, tern eggs are laid directly on the ground, not in a scrape. The eggs incubate from 25 to 30 days; after the eggs hatch the chicks remain in the scrape for about a week. About two weeks after hatching the chicks gather into groups called a crèche. When the chicks are in the crèche, they are primarily fed by their parents who recognize their offspring by their voice and looks. While the chicks are in the crèche, they usually roam freely around the colony. In a large colony there can be thousands of chicks in the crèche. When the chicks are a month old they fledge or start to fly. Royal terns mature around the age of 4 years, after which they build their own nests and reproduce.